Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [4]Hij zal uw voet niet laten wankelen; [5]uw Bewaarder zal niet sluimeren. 4. Hier spreekt de profeet zichzelven aan, gelijk hfdst.103: en hfdst.104:. Of hij spreekt zijne onderzaten aan, hen verzekerende van de goedertierenheid Gods. 5. Dat is, de Heere, die u bewaart, zal geenzins verzuimen hetgeen tot uw best is strekkende.